In Europa krijgen op jaarbasis gemiddeld 2.500 tot 5.000 vrouwen kanker tijdens hun zwangerschap. Gelukkig is er steeds vaker voor zowel moeder als kind een toekomst. Zwangere kankerpatiënten krijgen niet vaker dan gemiddeld een kind met een afwijking. En zowel moeder als kind overleven het een stuk vaker.
Een paar jaar geleden opperden oncologen al voorzichtig dat het toedienen van chemotherapie tijdens de zwangerschap, door de bescherming van de moederkoek, geen nadelige effecten heeft voor de foetus. Recent internationaal onderzoek dat is gepubliceerd inThe Lancet Oncologybevestigt dat nu, meldt hln.be. Arts-onderzoekster Jorin de Haan van het VU medisch centrum (VUmc) analyseerde voor de nieuwste studie gegevens over 1.1170 zwangere vrouwen die tussen 1996 en 2016 de diagnose van kanker kregen.
Gunstiger perspectieven
Uit het onderzoek blijkt dat tegenwoordig meer vrouwen nog tijdens de zwangerschap behandeld worden. Toch neemt het aantal levend geboren kinderen toe en daalt het aantal vroeggeboorten. De kinderen hebben bovendien ook niet vaker afwijkingen en ze ontwikkelen zich hetzelfde als andere kinderen. De moeders overleven net zo vaak als andere kankerpatiënten die niet zwanger zijn.
Laag geboortegewicht
Wel hebben kinderen van kankerpatiënten vaker een te laag geboortegewicht en hebben ze een grotere kans om op de neonatale intensive care te belanden. Dat is het geval bij 40 procent van de pasgeborenen. Volgens onderzoekers zou dat kunnen komen doordat bepaalde chemokuren het DNA van de cellen beschadigen, wat de ontwikkeling van de placenta kan beïnvloeden. Al kan ook stress bij de moeder daar een rol in kunnen spelen. Onderzoek heeft overigens aangetoond dat een laag geboortegewicht geen nadelige gevolgen op latere leeftijd heeft. Conclusie: kankerpatiënten krijgen ook volgens deze studie, niet vaker dan gemiddeld een kind met een afwijking. En zowel moeder als kind overleven het een stuk vaker.
Bron: hln.be